Skip to main content

7 Richtlijnen voor het uitvoeren van ethisch verantwoord onderzoek met kinderen

Elke vorm van onderzoek is onderworpen aan ethische richtlijnen die het respect van deelnemers bevorderen en hun gezondheid en rechten beschermen. De World Medical Association (WMA) heeft in de ‘Verklaring van Helsinki’ ethische richtlijnen opgesteld voor (medisch) onderzoek met mensen. Volgens deze verklaring is het de verantwoordelijkheid van elke onderzoeker om het leven, de gezondheid, de waardigheid, de integriteit, het recht op zelfbeschikking, de privacy en de vertrouwelijkheid van persoonlijke informatie van onderzoeksonderwerpen te beschermen.

Wanneer je onderzoek doet met kinderen, is het extra belangrijk om zorgvuldig te handelen. Kinderen voelen zich gemakkelijk onzeker of geïntimideerd in het bijzijn van vreemden of in onbekende situaties. Gebruikersonderzoek is zo’n onbekende situatie. Ze weten vaak niet goed wat hen te wachten staat en welke verwachtingen het schept. In dit soort situaties hebben kinderen de neiging om sociaal wenselijke antwoorden te geven, in plaats van te vertellen wat ze daadwerkelijk denken.

Wees je bewust van de behoeften en capaciteiten van de doelgroep en handel hier tijdens het uitvoeren van gebruikersonderzoek naar. Eerlijke, betrouwbare resultaten op een ethisch verantwoorde manier verkrijgen, bereik je door je aan een aantal richtlijnen te houden. Wij hebben de 7 meest belangrijke richtlijnen voor gebruikersonderzoek met kinderen voor jou op een rij gezet:

#1 Vraag toestemming

In de Verklaring van Helsinki staat dat: “In geval van juridische onbekwaamheid dient de geïnformeerde, toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger(s) overeenkomstig de nationale wetgeving te verkrijgen”.

Kinderen tot 12 jaar
Voor kinderen tot 12 jaar geldt, dat de ouders beslissen over deelname aan onderzoek. Het advies is om in de besluitvorming voor deelname van kinderen aan onderzoek, het kind ten alle tijden actief te betrekken, ongeacht de voorschriften in de wet- en regelgeving. Een kind wat liever niet deelneemt, voelt zich (1) niet op zijn gemak en 2) niet gerespecteerd en kan daardoor lijden onder stress. Dit kan leiden tot onbetrouwbare onderzoeksresultaten. Zorg ervoor dat je kinderen vraagt of ze echt willen meedoen – voor hun eigen bestwil en ten behoeve van je onderzoeksresultaten.

Kinderen van 12 tot 16 jaar
In de ‘Verklaring van Helsinki’ staat dat: “Wanneer het minderjarige kind in staat is om toestemming te geven (12-16 jaar), de toestemming van de minderjarige verplicht is, naast de toestemming van de wettelijk vertegenwoordiger(s) van de minderjarige”. Voor deze leeftijdsgroep is de toestemming van zowel het kind als zijn of haar ouders verplicht.

Vanaf 16 jaar
Vanaf 16 jarige leeftijd zijn jongeren bevoegd om toestemming voor onderzoek te geven en is de toestemming van ouders niet verplicht.

#2 Laat je introduceren

Laat je introduceren door een bekende, zoals een ouder of een leerkracht van de kinderen. Een onderzoekssetting brengt altijd spanning met zich mee en vraagt een hoop van kinderen. Kinderen vinden de aanwezigheid van een vertrouwd persoon fijn, omdat het een veilig gevoel geeft. Het vergroot hun vertrouwen en biedt zekerheid.

Alleen wanneer kinderen je vertrouwen, voelen ze zich op hun gemak tijdens het onderzoek. Ze helpen je graag en doen hun best om je vragen zo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden.

#3 Leg het doel uit

“Elk onderzoek waar mensen aan deelnemen moet deelnemers informeren over de doelstellingen, methoden, verwachte voordelen en potentiële gevaren van het onderzoek, en het ongemak dat het met zich mee kan brengen”. (Verklaring van Helsinki)

Voordat het onderzoek begint, is het belangrijk om de kinderen de intenties van het onderzoek uit te leggen. Ten slotte beslissen kinderen zelf over hun deelname. Om die keuze te maken, is het belangrijk dat kinderen begrijpen waar ze ja of nee tegen zeggen.

Houd rekening met het taalniveau van kinderen. Bepaalde terminologie en woorden die je normaal gesproken gebruikt om je onderzoek te beschrijven, begrijpen kinderen niet.

#4 Geef kinderen de regie

Vergeet niet dat je het onderzoek met een reden uitvoert. Je wilt iets van je deelnemers, niet andersom. Vertel kinderen dat je een product of interface test tijdens het onderzoek, niet het functioneren van het kind zelf. Door de kinderen in hun kracht te zetten, voelen ze zich serieus genomen en doen ze enthousiast mee aan het onderzoek.

In de ‘Verklaring van Helsinki’ staat: “Hij of zij moet worden geïnformeerd dat hij of zij vrij is om zich te onthouden van deelname aan het onderzoek en dat het hem of haar vrijstaat om zijn of haar toestemming voor deelname te allen tijde in te trekken”. Vertel de kinderen aan het begin van het onderzoek dat een toiletbezoek of het verlaten van de sessie is toegestaan.

#5 Creëer een vertrouwde omgeving

Voor, tijdens en na het onderzoek is het belangrijk dat kinderen de ruimte krijgen om vragen te stellen. Vragen of ze naar het toilet mogen of vertellen dat ze zich niet goed voelen vinden ze lastig, omdat ze je niet willen teleurstellen. Wees oplettend en pas op voor zowel verbale als non-verbale signalen die aangeven wanneer een kind niet verder wil of ergens mee zit.

Naast duidelijke non-verbale signalen als huilen, afwezigheid of een constante blik richting de deur, kun je aan de volgende gedragingen ook afleiden dat een kind niet lekker in het onderzoek zit:

– Passiviteit
– Gebrek aan samenwerking
– Kieskeurigheid
– Stilte
– Het niet maken van oogcontact met de onderzoeker
– Tekenen van verveling: zoals geeuwen

Verbale indicatoren herken je onder andere aan:

– “Ik wil naar het toilet”
– “Ik ben moe.”
– “Wanneer ben ik klaar?”
– Herhaaldelijk reageren op directe en leeftijdsgebonden vragen met: “Ik weet het niet”.

#6 Geef een goede debriefing

Een goede debriefing is belangrijk. Kinderen doen altijd hun uiterste best om je te helpen. Laat ze weten dat ze dat goed hebben gedaan en dat je hun inspanningen waardeert. Vertel de kinderen wat er met de resultaten gaat gebeuren en dat je blij verrast bent met de uitkomsten en inbreng van de kinderen.

Het is jouw verantwoordelijkheid om de kinderen met een tevreden gevoel naar huis te laten gaan en een positieve indruk achter te laten. Zorg ervoor dat jezelf een positief gevoel overhoudt aan het onderzoek – ongeacht of het kind aan de gewenste onderzoeks intentie(s) heeft voldaan.

#7 Opnames

Leg je onderzoeken vast, vraag dan expliciet toestemming aan kind en ouders (zoals beschreven in stap 1) voor het maken van audio- en video opnames. Maak AVG wet-en regelgeving inzichtelijk, zodat deelnemers weten in welke vorm en waarom (persoons)gegevens verwerkt worden.

Leave a Reply