
Het ontwerpen voor kinderen vraagt om een kindgerichte aanpak. Dit geldt ook voor het verrichten van gebruikersonderzoek met kinderen. Kinderen verschillen in hun doen en laten van volwassenen. Wat voor volwassenen werkt, werkt vaak niet voor kinderen. In dit blog staan 5 belangrijke verschillen tussen kinderen en volwassenen die je in gedachte moet houden bij het doen van gebruikersonderzoek met kinderen.
#1 Fysieke ontwikkeling
Allereerst speelt de fysieke ontwikkeling een rol. Volwassenen ervaren over het algemeen weinig beperking op basis van hun fysieke eigenschappen.
Kinderen ontwikkelen nog volop. Zelfs tussen leeftijdsfases is het verschil groot. Kinderen verschillen bijvoorbeeld in fysieke grootte, wat van invloed is op hoe kinderen een digitaal device benaderen of hoe ze op een stoel zitten. Voor touchscreens is de grootte van de handen een belangrijk gegeven, volwassenen – met grotere handen – houden een tablet makkelijker vast dan kinderen. Ook is de oog-handcoördinatie en fijne motoriek beperkt, wat de interactie met het product beïnvloedt.
#2 Cognitieve ontwikkeling
Ten tweede ontwikkelen kinderen nog steeds hun cognitieve vaardigheden. Volwassenen bezitten dezelfde mentale vaardigheden, welke hen in staat stellen om met elkaar te communiceren. Je kunt volwassenen vragen om opdrachten uit te voeren, erop vertrouwen dat ze feedback geven als meer informatie nodig is, en je kunt verwachten dat ze naar waarheid antwoorden, of in ieder geval een antwoord formuleren die betrekking heeft op de vraag.
De cognitieve vaardigheden van kinderen verschillen per leeftijdsfase. Om succesvol gebruikersonderzoek met kinderen uit te voeren, is het belangrijk om bekend te zijn met deze vaardigheden. Het helpt je bijvoorbeeld bij het uitkiezen van onderzoeksmethoden en het formuleren en interpreteren van de bevindingen.
Kinderen leren voortdurend nieuwe dingen, het abstract denken ontwikkelt zich steeds verder naarmate de leeftijd stijgt. Kleine kinderen vertonen kenmerken van egocentrisme en geloven dat iedereen de wereld ziet zoals zij dat doen. Ze leren gaandeweg de ontwikkeling de wereld vanuit een ander perspectief te bekijken.
#3 Sociale ontwikkeling
Wanneer volwassenen meedoen aan onderzoek is een bedankje voldoende. Denk bijvoorbeeld aan een vergoeding, een cadeaubon, of iets kleins als koffie met taart. Wanneer je een volwassenen hebt geïnformeerd over de inhoud en de duur van het onderzoek en ze stemmen in met deelname, kan het onderzoek van start gaan.
Bij kinderen werkt, ook dit, net even wat anders. Kinderen doen graag mee aan onderzoek, ook zonder beloning. De kunst zit hem in het vasthouden van de aandacht tot je alle inzichten hebt verzameld. Kinderen zijn heel spontaan (en onvoorspelbaar) en hun concentratievermogen is beperkt, waardoor ze snel afgeleid raken. Het is belangrijk om genoeg extrinsieke motivatie te bieden om kinderen bezig te houden. Zorg voor afwisseling, laat kinderen weten dat ze het goed doen en geef kinderen een bepaalde mate van vrijheid tijdens het onderzoek.
#4 Concentratie
De sociale ontwikkeling speelt ook een belangrijke rol bij het doen van onderzoek met kinderen. Volwassenen hebben sociale normen en waarden aangeleerd die hen in staat stellen empathie te tonen en andere op een respectvolle manier te behandelen.
Kinderen richten zich op zichzelf. Ze waarderen hun eigen behoeften en interesses boven die van anderen. Tegen de tijd dat kinderen ouder worden, verandert deze perceptie en raken ze vertrouwd met het concept van empathie. Ook verandert hun relatie met anderen en ontwikkelen ze hun eigen persoonlijkheid met individuele karaktereigenschappen en persoonlijke voorkeuren.
#5 Ervaring
Ten slotte hebben kinderen waarschijnlijk weinig tot geen voorkennis. Volwassenen hebben veel meer ervaringen opgedaan over allerlei gelegenheden en situaties. Ook hebben ze geleerd om opgedane ervaringen toe te passen in nieuwe situaties. Dit is ook de reden waarom volwassenen bepaalde verwachtingen hebben, ook bij onbekende producten.
Kinderen hebben veel minder ervaringen om op terug te vallen. En kinderen passen mentale concepten in nieuwe situaties niet zo makkelijk toe. Bij gebruikersonderzoek met kinderen is het daarom belangrijk om voldoende informatie te bieden en niet te verwachten dat kinderen iets weten, terwijl dit misschien niet het geval is. Beperkte voorkennis kan onzekerheid veroorzaken en kinderen ontmoedigen om deel te nemen aan het onderzoek.